Vierde deel van de Ethica:
|
Vertaling
Stelling 48. De gemoedstoestanden van overwaardering en minachting zijn altijd slecht.
Bewijs: die gemoedstoestanden (volgens def.aff.21 & 22) zijn immers strijdig met de rede; dus (volgens 4p26 & 27) zijn ze slecht, q.e.d.
Stelling 48. De gemoedstoestanden van overwaardering en minachting zijn altijd slecht.
Bewijs: die gemoedstoestanden (volgens def.aff.21 & 22) zijn immers strijdig met de rede; dus (volgens 4p26 & 27) zijn ze slecht, q.e.d.
Latijnse tekst
PROPOSITIO XLVIII: Affectus existimationis et despectus semper mali sunt.
DEMONSTRATIO: Hi enim affectus (per 21 et 22 affectuum definitiones) rationi repugnant adeoque (per propositiones 26 et 27 hujus) mali sunt. Q.E.D
PROPOSITIO XLVIII: Affectus existimationis et despectus semper mali sunt.
DEMONSTRATIO: Hi enim affectus (per 21 et 22 affectuum definitiones) rationi repugnant adeoque (per propositiones 26 et 27 hujus) mali sunt. Q.E.D
Toelichting
Uit de definities van overwaardering en minachting blijkt duidelijk dat dit onredelijke gemoedstoestanden zijn: we waarderen iemand meer dan gerechtvaardigd is, en beoordelen iemand minder goed dan die persoon verdient. Wat strijdig is met de rede is ipso facto slecht.
Uit de definities van overwaardering en minachting blijkt duidelijk dat dit onredelijke gemoedstoestanden zijn: we waarderen iemand meer dan gerechtvaardigd is, en beoordelen iemand minder goed dan die persoon verdient. Wat strijdig is met de rede is ipso facto slecht.