EN FACIES SPINOSA? In 1927, ter gelegenheid van de 250ste verjaardag van het vroegtijdige overlijden van Spinoza op 21 februari 1677, liet de eerbiedwaardige Vereeniging Het Spinozahuis, gesticht in 1897 en nog steeds heel actief, een gedenkpenning slaan, zoals vermeld wordt in een krantenbericht in Het Vaderland van 26 februari 1927. Een uitstekende afbeelding van de bronzen legpenning vindt men op de website van het Museum De Lakenhal in Leiden: http://www.lakenhal.nl/en/collection/3877 De Vereeniging deed een beroep op de goede diensten van de bekende Nederlandse beeldhouwer en medailleur Johannes Cornelis Wienecke (Heiligenstadt, 24 maart 1872 – Apeldoorn, 8 november 1945). Zijn naam staat vermeld onderaan op de kruis- of kopzijde, gevolgd door de vermelding van het jaar: MCMXXVII. De penning werd vervaardigd in bronzen en zilveren exemplaren en heeft een diameter van 65 mm. Voor het enigszins geromantiseerde portret van Spinoza op de muntzijde liet de medailleur zich blijkbaar inspireren door de kopergravure in B.v.S. Sittenlehre widerlegetvon dem berühmten Weltweisen unserer Zeit Herrn Christian Wolf. Frankfurt und Leipzig, 1744: https://thecharnelhouse.org/2015/08/01/the-golden-age-of-bourgeois-portraiture-before-the-rise-of-photography/#jp-carousel-26641 in navolging van de gravure in de Opera Posthuma van 1677: https://www.kb.nl/sites/default/files/450_d_8_frontis_0.jpg.
Het omschrift op de muntzijde werd in het bericht in de krant toegeschreven aan mr. dr. Johannes Benedictus (!) oftewel Jan Kan. Voortgaand op de datum van de penning, zou dat mr. Jan Kan (Nijmegen, 18 mei 1873 – ’s-Gravenhage, 8 mei 1947) kunnen zijn, een belangrijke figuur, met Joodse wortels, in de Nederlandse politiek en de hogere staatsadministratie, de vader van de populaire cabaretier Wim Kan. Maar het krantenbericht vermeldt expliciet ‘wijlen…’. De verwijzing moet dus wel slaan op de vader van de zo-even vermelde politicus Jan Kan, eveneens Johannes Benedictus Kan genaamd (Groningen, 31 augustus 1831 – Apeldoorn, 28 juni 1902). Die was inderdaad zowel Meester in de Rechten (mr.) als Doctor in de Letteren (dr.). Hij was de befaamde rector van het Erasmus Gymnasium te Rotterdam vanaf 1873 en was een enthousiast liefhebber van Latijnse citaten en van epigrammen, waarvan hij er zelf ook talrijke kunstig en vindingrijk vervaardigde, en die hij graag gebruikte ter stichtende verfraaiing van de muren van het nieuwe gebouw van het Gymnasium, zoals blijkt uit het Levensbericht dat Th. Nolens in 1903 aan hem wijdde in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde: http://www.dbnl.org/tekst/_jaa003190301_01/_jaa003190301_01_0023.php Meer dan waarschijnlijk heeft Jan Kan sr. de Spinoza-hexameter voor dat doel vervaardigd bij een beeld of afbeelding van Spinoza en werd die (precies) 25 jaar na zijn overlijden nogmaals gebruikt voor de herinneringspenning van de Vereeniging Het Spinozahuis in 1927, misschien wel op aansturen van een piëteitsvolle alumnus of oud-collega van het Gymnasium, die zich het geschikte epigram herinnerde uit zijn schooltijd. De tekst is als volgt: EN*FACIES*SPINOSA*ANIMIS*REVELLERE*NATI
De juiste vertaling van dat traditioneel concieze omschrift, een klassieke hexameter, blijkt de Spinozaliefhebbers sindsdien echter ontgaan te zijn, al biedt geen enkel van de gebruikte woorden op zich enige bijzondere moeilijkheid. Misschien ligt de sleutel voor een correcte vertaling wel in de spelling van het woord SPINOSA. Dat is evident niet Spinoza’s naam. Dus moet men het lezen als de accusatief onzijdig meervoud van het Latijnse adjectief spinosus, doornig, stekelig, netelig, lastig. De volledige tekst kan dan als volg verklaard worden: Ziehier (en) het aangezicht (facies) van de man die geboren was om (nati) de stekelige zaken (spinosa) te onttrekken aan (evellere) het gemoed van de mensen (animis). Of eenvoudig gezegd: dit is de man die geboren was om het gemoed van de mensen te bevrijden van alle angst, een duidelijke verwijzing naar Spinoza’s eigen woorden over de ware zaligheid van het gemoed van de wijze in de laatste stelling van de Ethica. De laatste zes kapitalen RE*NATI kan men ook lezen als Renati, een voor de hand liggende allusie op Descartes, uit wiens opvattingen over de anima Spinoza heel wat doornen kon verwijderen. De Romeinse cijfers van Latijnse opschriften vormen vaak een datum. Hoewel dat heel gepast zou zijn voor een gedenkpenning, hebben we tevergeefs geprobeerd een dergelijke verborgen datum terug te vinden. De beschrijving door het Leidens Museum De Lakenhal vermeldt ongelukkiglijk dat de gedenkpenning uitgegeven is ter gelegenheid van de 350ste verjaring van de dood van Spinoza. Dat is echter pas in 2027, natuurlijk. De kruiszijde van de penning heeft een afbeelding van het Spinozahuis in Rijnsburg, met de volgende tekst: DOMUS*SPINOZANA*RHENOBURGI BENE*AGERE*ET LAETARI ETH. IV+ PROP.LXXIII.SCHOL.
Het omschrift op deze kruiszijde heeft deze tekst: PER*REALITATEM*ET*PERFECTIONEM*IDEM*INTELLIGO ETH.II.DEF.VI. De vertaling is als volgt: Het Spinozahuis in Rijnsburg. Wel doen en blij zijn. E4p73s. Onder werkelijkheid en volmaaktheid versta ik hetzelfde. E2def6. De ‘lakstempel met een onduidelijke voorstelling en opschrift’ in de beschrijving van het Leidse Museum De Lakenhal is niet verwonderlijk het welbekende ‘zegel’ van Spinoza dat we bijvoorbeeld als een inktstempel afgedrukt zien op het origineel van de brief aan Leibniz (nr. 46 van 9 november 1671), maar dat is eigenlijk geen originele ‘zegel’ (sigillum). De minuscule afbeelding op de penning heeft de doornige roos en het devies CAUTE: voorzichtig (wegens de doornen) en de letters B d S, waarbij (alleen) de S onverklaarbaar in spiegelschrift staat.