Tweede deel van de Ethica:
|
I - II - III - IV - V
voorwoord definities axioma's stellingen kleine fysica stellingen axioma's lemma's axioma's definitie lemma's postulaten 1 2 3 |
Vertaling
Lemma 2. Alle lichamen komen in sommige zaken overeen.
Bewijs: alle lichamen komen immers hierin overeen, dat ze het concept van één en hetzelfde attribuut inhouden (volgens 2def1); en verder dat het mogelijk is dat ze zich nu eens trager en dan weer sneller, en absoluut zich nu eens voortbewegen en dan weer in rust zijn.
Lemma 2. Alle lichamen komen in sommige zaken overeen.
Bewijs: alle lichamen komen immers hierin overeen, dat ze het concept van één en hetzelfde attribuut inhouden (volgens 2def1); en verder dat het mogelijk is dat ze zich nu eens trager en dan weer sneller, en absoluut zich nu eens voortbewegen en dan weer in rust zijn.
Latijnse tekst
LEMMA II: Omnia corpora in quibusdam conveniunt.
DEMONSTRATIO: In his enim omnia corpora conveniunt quod unius ejusdemque attributi conceptum involvunt (per definitionem 1 hujus), deinde quod jam tardius jam celerius et absolute jam moveri jam quiescere possunt.
LEMMA II: Omnia corpora in quibusdam conveniunt.
DEMONSTRATIO: In his enim omnia corpora conveniunt quod unius ejusdemque attributi conceptum involvunt (per definitionem 1 hujus), deinde quod jam tardius jam celerius et absolute jam moveri jam quiescere possunt.
Toelichting
Een tweede consequentie of hulpstelling (lemma) is dan dat alle lichamen zekere overeenkomsten vertonen: het zijn immers allemaal vormen van de ene substantie en het zijn allemaal modi onder het attribuut van de uitgebreidheid; als dusdanig hebben ze het noodzakelijke gemeenschappelijke kenmerk dat ze allemaal in beweging of rust zijn, en wanneer ze bewegen dat sneller of trager doen.
Een tweede consequentie of hulpstelling (lemma) is dan dat alle lichamen zekere overeenkomsten vertonen: het zijn immers allemaal vormen van de ene substantie en het zijn allemaal modi onder het attribuut van de uitgebreidheid; als dusdanig hebben ze het noodzakelijke gemeenschappelijke kenmerk dat ze allemaal in beweging of rust zijn, en wanneer ze bewegen dat sneller of trager doen.