Derde deel van de Ethica:
|
I - II - III - IV - V
voorwoord definities postulaten stellingen definities van de gemoedstoestanden 1 2 |
Vertaling
Postulaat 1. Het menselijk lichaam kan op vele manieren inwerkingen ondergaan die zijn daadkracht vergroten of verkleinen en ook nog van andere die zijn daadkracht groter noch kleiner maken. Dit postulaat of axioma steunt op 2ax1 en 2l5 en 7 die volgen op 2p13.
Postulaat 1. Het menselijk lichaam kan op vele manieren inwerkingen ondergaan die zijn daadkracht vergroten of verkleinen en ook nog van andere die zijn daadkracht groter noch kleiner maken. Dit postulaat of axioma steunt op 2ax1 en 2l5 en 7 die volgen op 2p13.
Latijnse tekst
I. Corpus humanum potest multis affici modis quibus ipsius agendi potentia augetur vel minuitur et etiam aliis qui ejusdem agendi potentiam nec majorem nec minorem reddunt. Hoc postulatum seu axioma nititur postulato 1 et lemmatibus 5 et 7, quæ vide post propositionem 13 partis II.
I. Corpus humanum potest multis affici modis quibus ipsius agendi potentia augetur vel minuitur et etiam aliis qui ejusdem agendi potentiam nec majorem nec minorem reddunt. Hoc postulatum seu axioma nititur postulato 1 et lemmatibus 5 et 7, quæ vide post propositionem 13 partis II.
Toelichting
Na deze definities formuleert Spinoza twee postulaten. In het eerste verwijst hij naar de ‘kleine fysica’ en concludeert daaruit dat het menselijk lichaam net zoals alle andere lichamen onvermijdelijk de inwerking ondergaat van of ‘botst’ met andere lichamen in zijn omgeving. Gekoppeld aan de derde definitie leidt dat tot de conclusie dat sommige inwerkingen onze conatus zullen bevorderen, dat andere die zullen tegenwerken en nog andere in de ene noch in de andere zin bepalend zullen zijn.
Na deze definities formuleert Spinoza twee postulaten. In het eerste verwijst hij naar de ‘kleine fysica’ en concludeert daaruit dat het menselijk lichaam net zoals alle andere lichamen onvermijdelijk de inwerking ondergaat van of ‘botst’ met andere lichamen in zijn omgeving. Gekoppeld aan de derde definitie leidt dat tot de conclusie dat sommige inwerkingen onze conatus zullen bevorderen, dat andere die zullen tegenwerken en nog andere in de ene noch in de andere zin bepalend zullen zijn.