Tweede deel van de Ethica:
|
I - II - III - IV - V
voorwoord definities axioma's stellingen kleine fysica stellingen axioma's lemma's axioma's definitie lemma's postulaten 1 2 3 |
Vertaling
Lemma 1. Lichamen onderscheiden zich van elkaar qua beweging en rust, snelheid en traagheid en niet qua substantie.
Bewijs: van het eerste deel hiervan neem ik aan dat het zelfevident is. Maar dat lichamen zich niet onderscheiden door hun substantie blijkt zowel uit 1p5 als uit 1p8, maar nog klaarder uit wat gezegd is in 1p15s.
Lemma 1. Lichamen onderscheiden zich van elkaar qua beweging en rust, snelheid en traagheid en niet qua substantie.
Bewijs: van het eerste deel hiervan neem ik aan dat het zelfevident is. Maar dat lichamen zich niet onderscheiden door hun substantie blijkt zowel uit 1p5 als uit 1p8, maar nog klaarder uit wat gezegd is in 1p15s.
Latijnse tekst
LEMMA I: Corpora ratione motus et quietis, celeritatis et tarditatis et non ratione substantiæ ab invicem distinguuntur.
DEMONSTRATIO: Primam partem hujus per se notam suppono. At quod ratione substantiæ non distinguantur corpora, patet tam ex propositione 5 quam 8 partis I sed clarius ex iis quæ in scholio propositionis 15 partis I dicta sunt.
LEMMA I: Corpora ratione motus et quietis, celeritatis et tarditatis et non ratione substantiæ ab invicem distinguuntur.
DEMONSTRATIO: Primam partem hujus per se notam suppono. At quod ratione substantiæ non distinguantur corpora, patet tam ex propositione 5 quam 8 partis I sed clarius ex iis quæ in scholio propositionis 15 partis I dicta sunt.
Toelichting
Dat leidt tot de radicale conclusie dat er geen verschil is tussen de verschillende zaken en wezens qua substantie, zoals men steeds had aangenomen en zoals de overgrote meerderheid van de mensheid nog steeds denkt, maar dat het verschil enkel ligt in de beweging van de substantie. Dat is logisch, als men ervan uitgaat dat er slechts één substantie is, die noodzakelijkerwijs bestaat, dat wil zeggen volgens vaste natuurwetten die op de hele substantie en al haar onderdelen of vormen steeds onverminderd van toepassing zijn.
Dat leidt tot de radicale conclusie dat er geen verschil is tussen de verschillende zaken en wezens qua substantie, zoals men steeds had aangenomen en zoals de overgrote meerderheid van de mensheid nog steeds denkt, maar dat het verschil enkel ligt in de beweging van de substantie. Dat is logisch, als men ervan uitgaat dat er slechts één substantie is, die noodzakelijkerwijs bestaat, dat wil zeggen volgens vaste natuurwetten die op de hele substantie en al haar onderdelen of vormen steeds onverminderd van toepassing zijn.