Derde deel van de Ethica:
|
Vertaling
Definitie 24. Mededogen is liefde in zover die ons zo beroert dat wij ons verheugen over het geluk van anderen en integendeel bedroefd zijn over het onheil van anderen.
Uitleg: Zie overigens over de nijd 3p24 en 3p32s. En dit zijn de gemoedstoestanden van blijdschap en droefheid die vergezeld gaan van het idee van een externe zaak als hun oorzaak, uit zichzelf of bij toeval. Van daar ga ik nu over naar de andere, die vergezeld gaan van het idee van een interne zaak als hun oorzaak.
Definitie 24. Mededogen is liefde in zover die ons zo beroert dat wij ons verheugen over het geluk van anderen en integendeel bedroefd zijn over het onheil van anderen.
Uitleg: Zie overigens over de nijd 3p24 en 3p32s. En dit zijn de gemoedstoestanden van blijdschap en droefheid die vergezeld gaan van het idee van een externe zaak als hun oorzaak, uit zichzelf of bij toeval. Van daar ga ik nu over naar de andere, die vergezeld gaan van het idee van een interne zaak als hun oorzaak.
Latijnse tekst
XXIV. Misericordia est amor quatenus hominem ita afficit ut ex bono alterius gaudeat et contra ut ex alterius malo contristetur.
EXPLICATIO: Cæterum de invidia vide scholium propositionis 24 et scholium propositionis 32 hujus. Atque hi affectus lætitiæ et tristitiæ sunt quos idea rei externæ comitatur tanquam causa per se vel per accidens. Hinc ad alios transeo quos idea rei internæ comitatur tanquam causa.
XXIV. Misericordia est amor quatenus hominem ita afficit ut ex bono alterius gaudeat et contra ut ex alterius malo contristetur.
EXPLICATIO: Cæterum de invidia vide scholium propositionis 24 et scholium propositionis 32 hujus. Atque hi affectus lætitiæ et tristitiæ sunt quos idea rei externæ comitatur tanquam causa per se vel per accidens. Hinc ad alios transeo quos idea rei internæ comitatur tanquam causa.
Toelichting
Definitie 24. In zijn wetenschappelijke benadering van de gemoedstoestanden zoekt Spinoza steeds naar parallellen: elke gemoedstoestand heeft wel een keerzijde. De omkering van de definitie van nijd leidt dan tot een gemoedstoestand die hij omschrijft als barmhartigheid of mededogen, die hij net nog omschreef als de permanente gemoedstoestand van medelijden. Hij geeft toe dat mededogen in feite niet gebruikt wordt als omschrijving van de blijdschap over het geluk van anderen, doch enkel als de droefheid om hun ongeluk. Hij verwijst naar 3p22s, waar hij toegeeft dat hij voor de vreugde om het geluk van anderen geen term gevonden heeft. De omkering van definities klopt dus niet altijd helemaal.In de definities die we tot hiertoe gezien hebben, gaat het steeds over gemoedstoestanden die gepaard gaan met het idee van een externe oorzaak: het is onze blijde of droeve reactie op de inwerking van iets buiten ons dat onze daadkracht verhoogt of verlaagt. Dat kan rechtstreeks maar evengoed onrechtstreeks, wanneer iets bij associatie of bij toeval oorzaak is van onze veranderende gemoedstoestand.
Wij hebben gezien dat er evenwel ook gevallen zijn waarin wijzelf de oorzaak zijn van een overgang naar een grotere of mindere volmaaktheid. Daarop zal Spinoza nu zijn aandacht richten.
Definitie 24. In zijn wetenschappelijke benadering van de gemoedstoestanden zoekt Spinoza steeds naar parallellen: elke gemoedstoestand heeft wel een keerzijde. De omkering van de definitie van nijd leidt dan tot een gemoedstoestand die hij omschrijft als barmhartigheid of mededogen, die hij net nog omschreef als de permanente gemoedstoestand van medelijden. Hij geeft toe dat mededogen in feite niet gebruikt wordt als omschrijving van de blijdschap over het geluk van anderen, doch enkel als de droefheid om hun ongeluk. Hij verwijst naar 3p22s, waar hij toegeeft dat hij voor de vreugde om het geluk van anderen geen term gevonden heeft. De omkering van definities klopt dus niet altijd helemaal.In de definities die we tot hiertoe gezien hebben, gaat het steeds over gemoedstoestanden die gepaard gaan met het idee van een externe oorzaak: het is onze blijde of droeve reactie op de inwerking van iets buiten ons dat onze daadkracht verhoogt of verlaagt. Dat kan rechtstreeks maar evengoed onrechtstreeks, wanneer iets bij associatie of bij toeval oorzaak is van onze veranderende gemoedstoestand.
Wij hebben gezien dat er evenwel ook gevallen zijn waarin wijzelf de oorzaak zijn van een overgang naar een grotere of mindere volmaaktheid. Daarop zal Spinoza nu zijn aandacht richten.