Derde deel van de Ethica:
|
Vertaling
Definitie 38. Wreedheid of woestheid is de begeerte waardoor men opgezweept wordt om iemand kwaad te berokkenen die wij liefhebben of die ons medelijden betoont.
Uitleg: tegenover wreedheid staat vergevingsgezindheid, wat geen passie is, maar een karaktersterkte waardoor men woede en wraaklust tempert.
Definitie 38. Wreedheid of woestheid is de begeerte waardoor men opgezweept wordt om iemand kwaad te berokkenen die wij liefhebben of die ons medelijden betoont.
Uitleg: tegenover wreedheid staat vergevingsgezindheid, wat geen passie is, maar een karaktersterkte waardoor men woede en wraaklust tempert.
Latijnse tekst
XXXVIII. Crudelitas seu sævitia est cupiditas qua aliquis concitatur ad malum inferendum ei quem amamus vel cujus nos miseret.
EXPLICATIO: Crudelitati opponitur clementia, quæ passio non est sed animi potentia qua homo iram et vindictam moderatur.
XXXVIII. Crudelitas seu sævitia est cupiditas qua aliquis concitatur ad malum inferendum ei quem amamus vel cujus nos miseret.
EXPLICATIO: Crudelitati opponitur clementia, quæ passio non est sed animi potentia qua homo iram et vindictam moderatur.
Toelichting
Definitie 38. Wanneer onze begeerte om iemand anders kwaad te berokkenen zich dan toch richt tegen iemand die wij liefhebben of die ons medelijden betoont, is er wel degelijk sprake van uitzinnigheid en razernij. Spinoza noemt dat wreedheid en woestheid, het verlangen om anderen te kwetsen zonder enige reden, om dus totaal het tegenovergestelde te doen dan wat men verwacht tegenover geliefden en sympathisanten. Wreedheid heeft een tegenpool: in plaats van een zinloos verlangen om anderen te schaden, is het een houding van waaruit we dat verlangen om personen die ons kwaad berokkenden en die we haten te schaden of ons te wreken op hen, overwinnen; dan gedragen wij ons grootmoedig en vergevingsgezind tegenover onze vijanden. Dat is wel het tegenovergestelde van wreedheid, maar het is duidelijk geen verlangen, maar de karaktersterkte of gemoedskracht waarmee we wreedheid of woestheid vermijden of overwinnen.
Definitie 38. Wanneer onze begeerte om iemand anders kwaad te berokkenen zich dan toch richt tegen iemand die wij liefhebben of die ons medelijden betoont, is er wel degelijk sprake van uitzinnigheid en razernij. Spinoza noemt dat wreedheid en woestheid, het verlangen om anderen te kwetsen zonder enige reden, om dus totaal het tegenovergestelde te doen dan wat men verwacht tegenover geliefden en sympathisanten. Wreedheid heeft een tegenpool: in plaats van een zinloos verlangen om anderen te schaden, is het een houding van waaruit we dat verlangen om personen die ons kwaad berokkenden en die we haten te schaden of ons te wreken op hen, overwinnen; dan gedragen wij ons grootmoedig en vergevingsgezind tegenover onze vijanden. Dat is wel het tegenovergestelde van wreedheid, maar het is duidelijk geen verlangen, maar de karaktersterkte of gemoedskracht waarmee we wreedheid of woestheid vermijden of overwinnen.