Derde deel van de Ethica:
|
Vertaling
Definitie 44. Roemzucht is overdreven begeerte naar trots.
Uitleg: roemzucht is de begeerte waardoor alle gemoedstoestanden (volgens 3p27 en 31) aangewakkerd en versterkt worden; en dus is deze gemoedstoestand zo goed als onovertrefbaar. Want zolang men door een begeerte bevangen is, wordt men noodzakelijkerwijs eveneens door deze roemzucht bevangen. Cicero zei het al: ‘Zelfs de allerbesten laten zich nog het meest leiden door de roem. Op de boeken die filosofen schrijven om de trots te veroordelen, laten ze hun naam prijken’ &c. (Zie Cicero, Pro Archia, 11; Conf. Tuscul. d1.1, c. 15.)
Definitie 44. Roemzucht is overdreven begeerte naar trots.
Uitleg: roemzucht is de begeerte waardoor alle gemoedstoestanden (volgens 3p27 en 31) aangewakkerd en versterkt worden; en dus is deze gemoedstoestand zo goed als onovertrefbaar. Want zolang men door een begeerte bevangen is, wordt men noodzakelijkerwijs eveneens door deze roemzucht bevangen. Cicero zei het al: ‘Zelfs de allerbesten laten zich nog het meest leiden door de roem. Op de boeken die filosofen schrijven om de trots te veroordelen, laten ze hun naam prijken’ &c. (Zie Cicero, Pro Archia, 11; Conf. Tuscul. d1.1, c. 15.)
Latijnse tekst
XLIV. Ambitio est immodica gloriæ cupiditas.
EXPLICATIO: Ambitio est cupiditas qua omnes affectus (per propositiones 27 et 31 hujus) foventur et corroborantur et ideo hic affectus vix superari potest. Nam quamdiu homo aliqua cupiditate tenetur, hac simul necessario tenetur. Optimus quisque inquit Cicero maxime gloria ducitur. Philosophi etiam libris quos de contemnenda gloria scribunt, nomen suum inscribunt etc.
XLIV. Ambitio est immodica gloriæ cupiditas.
EXPLICATIO: Ambitio est cupiditas qua omnes affectus (per propositiones 27 et 31 hujus) foventur et corroborantur et ideo hic affectus vix superari potest. Nam quamdiu homo aliqua cupiditate tenetur, hac simul necessario tenetur. Optimus quisque inquit Cicero maxime gloria ducitur. Philosophi etiam libris quos de contemnenda gloria scribunt, nomen suum inscribunt etc.
Toelichting
Definitie 44. Dat roemzucht een begeerte is, blijkt al uit de benaming zelf. Spinoza definieert roemzucht echter niet als de zucht naar roem, maar als het verlangen naar trots. Men begeert dus niet zozeer door anderen geroemd te worden, maar het gevolg daarvan, namelijk dat men kan gloriëren, trots zijn op zichzelf. Die drang om door anderen geprezen te worden en zich daaraan op te trekken, doordrenkt alle andere gemoedstoestanden en versterkt ze nog. Wie bijvoorbeeld geneigd is om gevaarlijke toeren uit te halen, zal door het verlangen naar trots omwille van de lof van anderen aangemoedigd worden om nog gevaarlijker stunts te proberen. Spinoza citeert Cicero, die al fijntjes opmerkte dat het verlangen naar trots zelfs de auteurs niet vreemd is die in hun boeken die trots en roemzucht veroordelen, maar toch hun naam op diezelfde boeken vermelden.
Definitie 44. Dat roemzucht een begeerte is, blijkt al uit de benaming zelf. Spinoza definieert roemzucht echter niet als de zucht naar roem, maar als het verlangen naar trots. Men begeert dus niet zozeer door anderen geroemd te worden, maar het gevolg daarvan, namelijk dat men kan gloriëren, trots zijn op zichzelf. Die drang om door anderen geprezen te worden en zich daaraan op te trekken, doordrenkt alle andere gemoedstoestanden en versterkt ze nog. Wie bijvoorbeeld geneigd is om gevaarlijke toeren uit te halen, zal door het verlangen naar trots omwille van de lof van anderen aangemoedigd worden om nog gevaarlijker stunts te proberen. Spinoza citeert Cicero, die al fijntjes opmerkte dat het verlangen naar trots zelfs de auteurs niet vreemd is die in hun boeken die trots en roemzucht veroordelen, maar toch hun naam op diezelfde boeken vermelden.