Vertaling
Stelling 25. De hoogste drang van het gemoed en de hoogste daadkracht is de zaken te begrijpen op de derde manier van kennen.
Bewijs: de derde manier van kennen vertrekt van het adequate idee van sommige attributen van God en leidt tot adequate kennis van de essentie van de zaken (zie de definitie daarvan in 2p40s2) en hoe meer we de zaken op die manier begrijpen, hoe meer we God begrijpen (volgens de vorige stelling). En vandaar (volgens 4p28) is de hoogste daadkracht van het gemoed, i.e. (volgens 4def8) de macht of de natuur van het gemoed, oftewel (volgens 3p7) zijn hoogste drang, de zaken te begrijpen op de derde manier van kennen, q.e.d.
Stelling 25. De hoogste drang van het gemoed en de hoogste daadkracht is de zaken te begrijpen op de derde manier van kennen.
Bewijs: de derde manier van kennen vertrekt van het adequate idee van sommige attributen van God en leidt tot adequate kennis van de essentie van de zaken (zie de definitie daarvan in 2p40s2) en hoe meer we de zaken op die manier begrijpen, hoe meer we God begrijpen (volgens de vorige stelling). En vandaar (volgens 4p28) is de hoogste daadkracht van het gemoed, i.e. (volgens 4def8) de macht of de natuur van het gemoed, oftewel (volgens 3p7) zijn hoogste drang, de zaken te begrijpen op de derde manier van kennen, q.e.d.
Latijnse tekst
PROPOSITIO XXV: Summus mentis conatus summaque virtus est res intelligere tertio cognitionis genere. DEMONSTRATIO: Tertium cognitionis genus procedit ab adæquata idea quorundam Dei attributorum ad adæquatam cognitionem essentiæ rerum (vide hujus definitionem in II scholio propositionis 40 partis II) et quo magis hoc modo res intelligimus eo magis (per propositionem præcedentem) Deum intelligimus ac proinde (per propositionem 28 partis IV) summa mentis virtus hoc est (per definitionem 8 partis IV) mentis potentia seu natura sive (per propositionem 7 partis III) summus conatus est res intelligere tertio cognitionis genere. Q.E.D.
PROPOSITIO XXV: Summus mentis conatus summaque virtus est res intelligere tertio cognitionis genere. DEMONSTRATIO: Tertium cognitionis genus procedit ab adæquata idea quorundam Dei attributorum ad adæquatam cognitionem essentiæ rerum (vide hujus definitionem in II scholio propositionis 40 partis II) et quo magis hoc modo res intelligimus eo magis (per propositionem præcedentem) Deum intelligimus ac proinde (per propositionem 28 partis IV) summa mentis virtus hoc est (per definitionem 8 partis IV) mentis potentia seu natura sive (per propositionem 7 partis III) summus conatus est res intelligere tertio cognitionis genere. Q.E.D.
Toelichting
We weten dat de hoogste daadkracht van het gemoed, oftewel zijn natuur of zijn macht, en dus ook zijn diepste verlangen, bestaat in de kennis Gods, of een adequaat inzicht in het universum, de substantie. Welnu, de derde manier van kennen is gebaseerd op de adequate kennis van de attributen van de substantie en komt zo tot een waar inzicht in de essentie van alle zaken, dat wil zeggen tot een kennis van alles zoals het noodzakelijk is in zijn samenhang met al het andere binnen de natuurwetten. In de vorige stelling werd bewezen dat een dergelijk begrijpen gelijkstaat met het begrijpen van de substantie, of het universum zelf. De derde manier van kennen is dus de kennis van de substantie en dus bestaat onze hoogste daadkracht daarin en gaat ons grootste verlangen daarnaar uit.
We weten dat de hoogste daadkracht van het gemoed, oftewel zijn natuur of zijn macht, en dus ook zijn diepste verlangen, bestaat in de kennis Gods, of een adequaat inzicht in het universum, de substantie. Welnu, de derde manier van kennen is gebaseerd op de adequate kennis van de attributen van de substantie en komt zo tot een waar inzicht in de essentie van alle zaken, dat wil zeggen tot een kennis van alles zoals het noodzakelijk is in zijn samenhang met al het andere binnen de natuurwetten. In de vorige stelling werd bewezen dat een dergelijk begrijpen gelijkstaat met het begrijpen van de substantie, of het universum zelf. De derde manier van kennen is dus de kennis van de substantie en dus bestaat onze hoogste daadkracht daarin en gaat ons grootste verlangen daarnaar uit.