Vertaling
Stelling 27. Iets dat door God gedetermineerd is om een handeling te verrichten, kan zelf die determinatie niet ongedaan maken.
Bewijs: deze stelling blijkt uit axioma 3.
Stelling 27. Iets dat door God gedetermineerd is om een handeling te verrichten, kan zelf die determinatie niet ongedaan maken.
Bewijs: deze stelling blijkt uit axioma 3.
Latijnse tekst
PROPOSITIO XXVII: Res quæ a Deo ad aliquid operandum determinata est, se ipsam indeterminatam reddere non potest.
DEMONSTRATIO: Hæc propositio patet ex axiomate tertio.
PROPOSITIO XXVII: Res quæ a Deo ad aliquid operandum determinata est, se ipsam indeterminatam reddere non potest.
DEMONSTRATIO: Hæc propositio patet ex axiomate tertio.
Toelichting
Stelling 27 bouwt daarop voort: als de substantie iets zo gemaakt heeft dat het in staat is om op een bepaalde manier te handelen, kan het zichzelf die mogelijkheid niet ontnemen; het kan niet ongedaan maken wat de substantie gemaakt heeft . Dat steunt op axioma 3: als de substantie de oorzaak van iets is, volgt daaruit noodzakelijkerwijs een bepaald gevolg.
Stelling 27 bouwt daarop voort: als de substantie iets zo gemaakt heeft dat het in staat is om op een bepaalde manier te handelen, kan het zichzelf die mogelijkheid niet ontnemen; het kan niet ongedaan maken wat de substantie gemaakt heeft . Dat steunt op axioma 3: als de substantie de oorzaak van iets is, volgt daaruit noodzakelijkerwijs een bepaald gevolg.