Vierde deel van de Ethica:
|
Vertaling
Stelling 11. Een gemoedstoestand jegens iets dat wij ons inbeelden als noodzakelijk is ceteris paribus intenser dan jegens iets mogelijks of contingents, oftewel niet-noodzakelijk.
Bewijs: in zover we ons inbeelden dat iets noodzakelijk is, bevestigen we tevens het bestaan ervan en omgekeerd ontkennen we het bestaan van iets in zover we ons inbeelden dat het niet noodzakelijk is (volgens 1p33s); vandaar dan (volgens 4p9) dat die gemoedstoestand ceteris paribus intenser is dan jegens iets dat niet noodzakelijk is, q.e.d.
Stelling 11. Een gemoedstoestand jegens iets dat wij ons inbeelden als noodzakelijk is ceteris paribus intenser dan jegens iets mogelijks of contingents, oftewel niet-noodzakelijk.
Bewijs: in zover we ons inbeelden dat iets noodzakelijk is, bevestigen we tevens het bestaan ervan en omgekeerd ontkennen we het bestaan van iets in zover we ons inbeelden dat het niet noodzakelijk is (volgens 1p33s); vandaar dan (volgens 4p9) dat die gemoedstoestand ceteris paribus intenser is dan jegens iets dat niet noodzakelijk is, q.e.d.
Latijnse tekst
PROPOSITIO XI: Affectus erga rem quam ut necessariam imaginamur, cæteris paribus intensior est quam erga possibilem vel contingentem sive non necessariam.
DEMONSTRATIO: Quatenus rem aliquam necessariam esse imaginamur eatenus ejus existentiam affirmamus et contra rei existentiam negamus quatenus eandem non necessariam esse imaginamur (per scholium I propositionis 33 partis I) ac proinde (per propositionem 9 hujus) affectus erga rem necessariam cæteris paribus intensior est quam erga non necessariam. Q.E.D.
PROPOSITIO XI: Affectus erga rem quam ut necessariam imaginamur, cæteris paribus intensior est quam erga possibilem vel contingentem sive non necessariam.
DEMONSTRATIO: Quatenus rem aliquam necessariam esse imaginamur eatenus ejus existentiam affirmamus et contra rei existentiam negamus quatenus eandem non necessariam esse imaginamur (per scholium I propositionis 33 partis I) ac proinde (per propositionem 9 hujus) affectus erga rem necessariam cæteris paribus intensior est quam erga non necessariam. Q.E.D.
Toelichting
Niet alleen de aanwezigheid en de verwijdering in de tijd zijn bepalend voor de intensiteit van onze gemoedstoestanden. Het maakt ook een verschil of het om iets gaat dat noodzakelijk is, dan wel om iets dat niet noodzakelijk is, oftewel contingent. Ook hier geldt dat ceteris paribus, namelijk wanneer alle andere parameters gelijk blijven, bijvoorbeeld de verwijdering in de tijd. Het bewijs is kort en krachtig: noodzakelijkheid heeft te maken met bestaan en dus met actualiteit. Iets waarvan wij ons indenken dat het niet noodzakelijk bestaat, heeft evident minder actualiteit dan iets waarvan wij ons indenken dat het wel noodzakelijkerwijs bestaat. Ook hier gaat het om het concept dat wij ons vormen en niet om datgene waarvan wij ons een concept vormen op zich. Het is dus steeds mogelijk en zelfs meer dan waarschijnlijk dat dit beeld niet adequaat is, dat het idee met andere woorden niet in alles overeenkomt met zijn ideatum.
Niet alleen de aanwezigheid en de verwijdering in de tijd zijn bepalend voor de intensiteit van onze gemoedstoestanden. Het maakt ook een verschil of het om iets gaat dat noodzakelijk is, dan wel om iets dat niet noodzakelijk is, oftewel contingent. Ook hier geldt dat ceteris paribus, namelijk wanneer alle andere parameters gelijk blijven, bijvoorbeeld de verwijdering in de tijd. Het bewijs is kort en krachtig: noodzakelijkheid heeft te maken met bestaan en dus met actualiteit. Iets waarvan wij ons indenken dat het niet noodzakelijk bestaat, heeft evident minder actualiteit dan iets waarvan wij ons indenken dat het wel noodzakelijkerwijs bestaat. Ook hier gaat het om het concept dat wij ons vormen en niet om datgene waarvan wij ons een concept vormen op zich. Het is dus steeds mogelijk en zelfs meer dan waarschijnlijk dat dit beeld niet adequaat is, dat het idee met andere woorden niet in alles overeenkomt met zijn ideatum.