Vierde deel van de Ethica:
De horigheid van de mens of de kracht van de gemoedstoestanden
stelling 55

I - II - III - IV - V
voorwoord definities axioma stellingen appendix
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73

---

Vertaling
​Stelling 55. De hoogste hoogmoed of neerslachtigheid is de grootste onwetendheid over zichzelf.
            Bewijs: dat blijkt uit def.aff.28 en 29.

Latijnse tekst
PROPOSITIO LV: Maxima superbia vel abjectio est maxima sui ignorantia. 
​DEMONSTRATIO: Patet ex definitionibus 28 et 29 affectuum.

Toelichting
​Ten top gedreven hoogmoed en extreme neerslachtigheid is per definitie en zoals gebleken is in de vorige stellingen niets anders dan een verkeerde beoordeling van wat men is, vaak onder invloed van wat anderen over ons denken en zeggen. Het is dus een acuut gebrek aan adequate kennis.